Het nut van een
geografische nulmeting
Je hebt als organisatie de taak op je genomen om de poelen,
heggen, knotwilgen, hoogstamboomgaarden, houtwallen en holle wegen in je gebied
te onderhouden. Want deze zogenaamde kleine landschapselementen kunnen nu
eenmaal niet zonder onderhoud.
Door, bijvoorbeeld, te weten hoeveel houtwallen er zijn en
hoe groot de omvang ervan is, kun je berekenen hoeveel werk er verzet moet
worden om deze houtwallen in goede staat te houden. Een kwestie van
inventariseren.
Hoe pak je dat nu aan? Waar kun je mee beginnen?
Weten waar de landschapselementen zich bevinden en wat er
gedaan moet worden om ze te behouden is dus eerste prioriteit.
Het vastleggen van informatie over gebieden gebeurt in een
GIS (Geografisch Informatie Systeem).
Het natuurbeheer van kleine landschapselementen wordt
tegenwoordig vooral door vrijwilligers uitgevoerd.
Met behulp van een gedetailleerd geografisch gebiedsbestand, kun je als organisatie de werkzaamheden van de vrijwilligers aansturen. Met een kwalitatief goed en eenduidig GIS-bestand heb je je kennis over het hele gebied overzichtelijk in kaart.
Met behulp van een gedetailleerd geografisch gebiedsbestand, kun je als organisatie de werkzaamheden van de vrijwilligers aansturen. Met een kwalitatief goed en eenduidig GIS-bestand heb je je kennis over het hele gebied overzichtelijk in kaart.
Inventarisatie
De registratie van de landschapselementen is doorgaans erg
versnipperd. Gemeenten, de provincie, de waterschappen, andere natuurorganisaties
als Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, hebben ieder hun eigen bestanden.
En elke instantie heeft zijn eigen manier van vastlegging,
waarbij er grote verschillen zijn in de manier van classificeren, in kwaliteit
van inmeting en in bestandstypen en -formaten.
Daar komt nog bij dat er in veel gevallen geen geografische
afbakening tussen de verschillende instanties bestond. Met als gevolg dat een
landschapselement niet zelden door verschillende instanties is geregistreerd.
Het verbeteren van de kwaliteit van het landschapselementenbestand
is dan ook één van je doelen.
Een zogenaamde nulmeting
is dan je eerste stap: wat hebben we aan landschapselementen in het gebied op
basis van wat er op dit moment bekend is.
Een GIS specialist maakt hiervoor een eenduidig bestand. In
dit geval wordt het GIS-bestand geclassificeerd aan de hand van de Index Natuur
en Landschap. Een standaard waarmee we in Nederland de elementen duiden. Dan
weten we dat we over hetzelfde praten.
En met dit GIS-bestand kun je je gebied mooi in kaart
brengen.
Casus: